De receptie van de Hongaarse Revolutie van 1956 in Nederland
Herdenking van de 65e verjaardag van de Hongaarse Revolutie en Vrijheidsstrijd van 1956
Deel III: De impact van de “Hongaarse Revolutie” op de contemporaine bevolking van Nederland, vooral in Amsterdam

Het jonge publiek verzamelde zich op de Dam, 5 november 1956
Het Parool - 6 november 1956
“Protestdemonstratie in Amsterdam
Overal in het land hebben gisteravond Nederlanders uiting gegeven aan hun verontwaardiging over de gebeurtenissen in Hongarije. In Amsterdam, het hart van het land, was een grote bijeenkomst belegd op de Dam; aan de voet van het nationaal monument werden zes sprekers vertegenwoordigende de democratische politieke partijen, het woord en, wat hen ook moge scheiden, in hun protest tegen het Russische verraad waren zij één. Met grote ontroering en in diepe stilte luisterden de duizenden naar de sprekers de heren mr. H. van Riel, J. Middelhuis, H. Oosterhuis, J. H. Scherps, mr. H. W. van Doorn en M. Ruppert. Het rumoer, dat halverwege de bijeenkomst ontstond, was niet afkomstig van personen, die het met de betoging niet eens waren, maar werd veroorzaakt door een groep jongelui, die het meer om een relletje te doen was. Zij verstoorden in hoge mate de sfeer van deze waardige protestdemonstratie en gaven ook later op de avond door hun houding niet bepaald blijk te begrijpen, welke ernstige zaken hier aan de orde werden gesteld. Zie ook ons verslag, elders in dit blad.”
A group of young protestors in Amsterdam
Het Parool - 6 November 1956
Het Parool van 6 november stond vol met door de Koude Oorlog beïnvloede gebeurtenissen. De fenomenen van de wereldwijde crisis van oktober-november zijn teruggekeerd naar alle niveaus van inhoud: de titels, de afbeeldingen en de geschriften zelf weerspiegelen hysterische toestanden. De gebeurtenissen in Hongarije veroorzaakten begin november een golf van horrornieuws in de contemporaine dagbladen als gevolg van de laatste militaire interventie van de Sovjet Unie. Er was controverse binnen de pers, tussen het Nederlandse communistische partijdagblad – de lokale Pravda – De Waarheid botsten met een aanzienlijk deel van de Nederlandse pers. De Nederlandse samenleving heeft een nieuwe van algemene verontwaardiging bereikt die niet alleen gevoeld werd in de persberichten of tijdens diplomatieke discussies.
Nederland bood open maatschappelijke hulp aan Hongarije ook centrale fondsenwerving, bloedplasmatransport en de naamgeving van het evenement kregen een wending. In plaats van de oorspronkelijke titels van het gebeurtenis als “opstand” en “opstandelingen”, werden andere worden zoals “revolutionair” of “verzetsstrijders”, “vrijheidsstrijder” gebruikt. De aanval van de Sovjettroepen en de Staatsverdedigingsautoriteit (ÁVH) op de ongewapende massa en de impact van de geweerschoten, gewapende schermutselingen en molotovcocktails die uitbraken in Hongarije waren verontrustend voor Nederland.
In totaal negen van de artikelen die in de columns van Het Parool zijn gepubliceerd, gingen geheel of gedeeltelijk over Hongarije of de impact van Hongaarse gebeurtenissen. Denkend aan het onderstaande artikel, laten we denken aan deze turbulente historische periode van de Koude Oorlog die ook een diepe indruk heeft achtergelaten op het prachtige Amsterdam.
Een ruiter-politieagent vecht een Amsterdammer
Het Parool, 6 november 1956
Terwijl het aan de voorzijde van Felix Meritis onrustig bleef ontstond er aan de achterzijde plotseling een hevig gevecht. Een groepje jongelui was door het cordon heengebroken en begon de poorten van het gebouw te rammeien. Gehelmde CPN-ers gooiden van boven stenen op de aanvallers en begonnen te spuiten met een waterslang. Dat wakkerde de woede alleen maar aan.
Politie in auto’s reed met volle lichten en loeiende sirenes op de vechtenden in. Met behulp van de marechaussee veegde de politie van de Prinsengracht schoon, maar toen ontstonden aan de voorzijde van Felix Meritis weer gevechten, waarschijnlijk de hevigste van de avond. Met behulp van de gummistok lukte het, deze aanval te keren. Daarmee was aan het laatste krachtsvertoon van de jongelui een eind gekomen.
Op Museumplein
Op het Museumplein, voor de handelsvertegenwoordiging van de Sowjet-Unie kwam het omstreeks negen uur tot vrij hevige botsing tussen de politie, de marechaussee en de burgerij. De mensen hadden er urenlang, af en toe stenen gooiend voor de deur gestaan en drongen op een gegeven moment de politie in het nauw. De agenten voerden daarop een charge uit met gummistokken en sabels. Enkelen hunner werden door in de lucht vliegende stenen getroffen, een werd zelf de Boerhaavekliniek binnengedragen. Ook onder het publiek vielen gewode, maar niemand kreeg ernstig letsel. Toen het gevecht was afgelopen, arriveerde de hoofdcommissaris van politie, de heer H. J. van der Molen, voor het gebouw van de handelsvertegenwoordiging. Er kwamen ook meer agenten, maar zij behoefden niet meer op te treden. Tot laat in de nacht is het echter rumoerig gebleven op het Museumplein.
Vooraanstaande figuren uit de communistische beweging, L. H. Koning en F. Baruch, beiden aan het dagblad De Waarheid verbonden, hebben hun woningen maandag door opgewonden groepjes mensen zien teisteren. De ruiten van de heer Koning, die aan de Weesperzijde 2 woont, sneuvelden in de namiddag, toen verscheidenen zijn woning op de derde etage waren binnengedrongen.
Tegen middernacht probeerden anderen het huis van de heer Baruch in de Jekerstraat 45 binnen te komen. Zij waren daar bijna in geslaagd, toen zij door de politie werden verjaagd. Stenen, die in de richting van de ruiten werden geworpen, troffen slechts de ramen van omwonenden. Bij charges, laat op de avond op de Westermarkt tegen jongelui die de politie met stenen bekogelden, werd de achtervolging door de politie te paard ingezet. Hier vielen harde slagen met de gummistok en de sabel.
De politie, overal in Nederland, heeft bijzonder moeilijke dagen en nachten. Ze heeft opdracht de rust te bewaren, maar ook om paal en perk te stellen aan onordelijkheden. Hier en daar zag bereden politie zich soms genoodzaakt wat hardhandig op te treden.”
Bronnen van de artikelen: De uitgave van Het Parool op 6 november 1956